Foli* uit Ghana was nog maar 12 toen hij in handen viel van een mensenhandelaar. Elke nacht werd hij om twee uur wakker gemaakt. Dan moest hij mee in een vissersboot een gigantisch meer op. “Vaak bad ik: God, hou me vandaag alstublieft in leven."
Foli groeide op bij zijn grootouders op het platteland van Ghana. Ze waren arm, maar liefdevol. Zijn opa leerde hem hoe je mais moest verbouwen en zijn oma kookte elke dag eenvoudige, voedzame maaltijden. Foli ging naar school, maar moest stoppen toen er te weinig geld was. Zijn grootvader beloofde dat het tijdelijk was. Maar toen zijn opa werd aangereden en niet meer kon werken, veranderde alles. De familie raakte in nood.
Foli’s oom bood aan voor hem te zorgen. Hij zei dat hij bij hem naar school kon, in een dorp aan het Voltameer - een gigantisch water waar het IJsselmeer bijna acht keer in past.
Zijn grootouders stemden in met het aanbod, in de hoop op een betere toekomst voor hun kleinzoon. Maar Foli belandde niet op school maar in slavernij. Elke ochtend werd hij om twee uur wakker om met andere jongens het Voltameer op te gaan. Soms moesten ze het water in om een verstrikt net los te maken. Eén jongen verdronk voor zijn ogen. Vaak bad hij: ‘God, hou me vandaag alstublieft in leven.’
De bootmeester bedreigde Foli als hij niet gehoorzaamde. Vluchten leek onmogelijk; hij was jong, alleen en niemand zou hem helpen. “Ze zeiden dat mijn grootvader mij kwam zoeken, maar me niet kon vinden. Mijn oom zei: ‘Vergeet je opa.'
.jpg?width=768&mode=crop&format=jpeg&signature=f0bcddb032012c5b03b3abbf6a9d1b78a3d22e3d)
Op een ochtend verscheen er een witte boot. Het was de politie van de anti-mensenhandel eenheid. Zijn oom schreeuwde Foli en de andere jongens toe: “Duik het water in, vlucht!” Maar Foli bleef op de boot. De politie en IJM brachten Foli en negen andere jongens in veiligheid.
In een opvanghuis kreeg Foli voor het eerst in lange tijd rust, eten en veiligheid. Hij leerde weer lezen en schrijven, speelde voetbal en genoot van het samenzijn met andere jongens. Maar zijn hart verlangde naar huis. Na maanden zoeken vonden hulpverleners zijn grootouders. Foli herkende hen meteen op de foto – zijn gezicht straalde van geluk.
De terugkeer naar zijn dorp was als een droom. Buren kwamen uit hun huizen om hem te omhelzen. Zijn huis stond er nog net als vroeger. Onder de boom voor het huis wachtten zijn grootouders met open armen. “Die dag vierde de hele gemeenschap feest omdat Foli vermist was geweest en nu weer gevonden was,” zei zijn oma.
Tegenwoordig gaat Foli elke dag naar school. Na schooltijd helpt hij met water halen of speelt hij voetbal. Hij eet drie keer per dag en slaapt de hele nacht. Zijn grootste droom? Voetballer worden. Zijn grootouders hopen dat hij dokter of leraar wordt.
Als hij denkt aan de jongens die nog steeds op het meer werken, zegt hij: “Kinderen horen niet op het water. Als je kunt vluchten, doe het. En God zegene de mensen die hen bevrijden.”
*Om zijn privacy te beschermen, gebruiken we niet zijn echte naam.